Kennisdossier Het gekwetste gewest

De Westhoekgemeenten bewaren heel wat cruciaal archiefmateriaal dat de wederopbouw documenteert. Deze archieven zijn evenwel niet geïnventariseerd en slechts op summiere wijze ontsloten. 'Het Gekwetste Gewest' (2007-2008) onderzocht hoe hieraan kan worden verholpen. Het resultaat bevat reproducties van 154 stukken die veelvoorkomend zijn in een gemeentelijk wederopbouwarchief en is te ontdekken in dit kennisdossier.

Het onderzoek 'Het Gekwetste Gewest' vertrok vanuit de probleemstelling dat het homogene beeld van dorpen en steden in de Westhoek steeds meer onder druk komt te staan door aanpassingen aan de noden van de 21e eeuw. Het speelde in op de vraag naar historisch bronnenmateriaal die leeft bij architecten, stedenbouwkundigen, erfgoedzorgers en bewoners wanneer ze ontwerpen of inspanningen willen doen om het erfgoed te behouden.

Die informatie over de wederopbouw is op diverse plekken te vinden, zoals in archieven van architecten en aannemers, in de archieven van de bevoegde diensten voor de wederopbouw, maar ook in de gemeentelijke archiefdiensten. De Westhoekgemeenten bewaren heel wat cruciaal archiefmateriaal dat de wederopbouw documenteert. 'Het Gekwetste Gewest' maakte een selectie van 154 stukken. Deze stukken zijn op diverse manieren doorzoekbaar:

In de tweede fase van het project werd een archievengids samengesteld: Het Gekwetste Gewest. Archievengids van de wederopbouwarchitectuur in de Westhoek.

Situering

Het drama en de ingrijpende verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog lieten onuitwisbare sporen na in de Westhoek die als een verminkt gewest uit het oorlogsgeweld kwam. Reeds tijdens de oorlog werd de wederopbouw voorbereid, en in de eerste jaren na de oorlog kwam een wetgeving op gang die het herstel van de streek regelde. Tussen 1919 en 1930 werd het grootste deel van de wederopbouw gerealiseerd. De wederopbouw bepaalt dan ook het gezicht van de Westhoek. In de grootste steden en gemeenten zoals Ieper, Diksmuide en Nieuwpoort is zelfs sprake van exclusieve wederopbouwarchitectuur. De architectuur van de streek toont bijgevolg een coherent beeld, dat door nationale en internationale architectuurhistorici als uniek wordt beschouwd.

Momenteel is de Westhoek volop in verandering. Dorpen, straten en woningen worden aangepast aan de hedendaagse noden van bewoners en besturen: verkeersveiligheid, wooncomfort, moderne infrastructuren eisen aanpassingen van het bestaande ruimtelijk weefsel. Dit transformatieproces oefent een diepgaande invloed uit op zowel dorpsstructuren, ruimtelijke patronen als op de architectuur in steden en op het platteland. Het sterke homogene beeld van de steden en gemeenten dat ontstond tijdens de periode van de wederopbouw komt steeds meer onder druk te staan.

Opdat dit transformatieproces op een duurzame wijze zou geschieden - met respect voor de historische, regionale context én de nieuwe eisen van bewoners en andere gebruikers van de ruimte - hebben gemeentelijke administraties en adviescommissies nood aan een stevig onderbouwde visie wat betreft wederopbouwarchitectuur. Zij voelen de noodzaak aan een objectief maar onderbouwd beoordelingskader bij het verlenen van bouwaanvragen en beschermingsdossiers.

Een dergelijk beoordelingskader kan slechts antwoorden bieden op de complexe vraagstukken die eraan worden gesteld, indien het rekening houdt met de unieke geschiedenis van de streek. Vandaar dat een geïntegreerde aanpak aangewezen is, waarin architectuurgeschiedenis van roerend en onroerend erfgoed, ontwerpmatig onderzoek naar toekomstmodellen en brede sensibilisatieacties elkaar versterken.

Methodologie

Bij de aanvang van het onderzoek naar een beter beheer en een betere ontsluiting van het gemeentelijk wederopbouwarchief werd via een enquête de staat van het archief bevraagd voor elk van de 18 Westhoekgemeenten. Vervolgens werden 18 plaatsbezoeken uitgevoerd, om een eerste globaal overzicht te bekomen. Hieruit bleek dat in de verschillende gemeentelijke archieven het soort archief dat over de wederopbouw werd bewaard, in grote lijnen gelijkaardig was. Bovendien leerde het overzicht dat er binnen het tijdsbestek van het project ‘Het Gekwetste Gewest’ strategische keuzes moesten worden gemaakt om het gemeentelijk wederopbouwarchief beter toegankelijk te maken. Daarop werd gekozen voor een methodiek op basis van vier pilootgemeenten, namelijk Boezinge (Ieper), Dranouter (Heuvelland), Leke (Diksmuide) en Zonnebeke (Zonnebeke).

Bibliografie

Deze lijst bevat een beperkt aantal referenties met betrekking tot de wederopbouw, die een eerste aanzet kunnen vormen voor de interpretatie van de selectie van archiefstukken. Meer gedetailleerde publicaties en artikels vindt u terug in de bronnenopgave die bij elke actor vermeld staat. Zij worden hier niet hernomen. In de thematische archievengids, het resultaat van de tweede fase van ‘Het Gekwetste Gewest’, is een uitgebreide bibliografie over de wederopbouw van de Westhoek opgenomen.

  • Beknopte bekendmaking nopens den Dienst der Verwoeste Gewesten, 1919-1921.
  • Het Gekwetste Gewest. Archievengids van de wederopbouwarchitectuur in de Westhoek, CVAa/VAi, Antwerpen, 2009.
  • Handboek van den Dienst der Verwoeste Gewesten, Ministerie van Staathuishoudkundige Zaken, Brussel, 1920.
  • Baillieul, Jean-Marie, ‘Recht op herstel? De Belgische regering staat op de rem bij het vergoeden van de geteisterden’, in: Baert, Koen e.a., Ieper, de herrezen stad, De Klaproos en In Flanders Fields Museum, Koksijde, 1999, pp. 21-66.
  • Neumann, Christel, ‘De Dienst der Verwoeste Gewesten en zijn historisch kader’, in: Notebaert, Alexandre; Neumann, Christel; Vanden Eynde, Willem, Inventaris van het archief van de Dienst der Verwoeste Gewesten, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1986, pp. 37-55.
  • Smets, G., ‘Les Régions Dévastées et la réparation des dommages de guerre’, in: La Belgique restaurée, étude sociologique publiée sous la direction de E. Mahaim, Lamertin, Brussel, 1926, pp. 73-139.
  • Smets, Marcel (red.), Resurgam. De Belgische wederopbouw na 1914, Gemeentekrediet, s.l., 1985.
  • Stynen, Herman, ‘Het geliefde aangezicht van het vaderland’, in: Stynen, Herman, De onvoltooid verleden tijd. Een geschiedenis van de monumenten- en landschapszorg in België 1835-1940, Stichting Vlaams Erfgoed, Brussel, 1998, pp. 249-271.
  • Velle, Karel; Dhondt, Joëlle, Inventarissen van de archieven van de hoven en rechtbanken voor oorlogsschade in Vlaanderen (en rechtsopvolgers) (1919-1936), Rijksarchief Beveren, Inventarissen 59, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2001, pp. 9-27.